De haven van Rotterdam heeft geen eigen ijsbrekers meer. Het laatste schip uit de vloot, de RPA 20, is verkocht. Volgens het Havenbedrijf zijn de winters in Nederland niet streng genoeg meer om ijsvorming in de haven te veroorzaken. Daarmee is het niet noodzakelijk speciaal daarvoor een schip achter de hand te houden.
De ijsbreker vertrok vrijdag uit de Rotterdamse haven. De laatste keer dat de RPA 20 als ijsbreker diende was in 2012, om de Delfshavense Schie begaanbaar te maken voor de binnenvaart.
De RPA 20 is uitgerust met een versterkte voorsteven. Om het ijs te breken wordt het achterschip extra verzwaard met ballastwater, zodat het schip een beetje achterover helt. Daardoor komt de schroef wat dieper te liggen zodat daar geen schade aan ontstaat. Het ijs breekt wanneer het schip ertegen of overheen vaart.
De RPA 20 is de laatste van een reeks van vier schepen die het Havenbedrijf Rotterdam in de jaren 60 liet bouwen, die is verkocht. Het schip is bijna 24 meter lang en ruim 6 meter breed en in de jaren 90 nog gerenoveerd. Zijn nieuwe bestemming is aannemer Zijsling en Zonen uit het Friese Jutrijp.
Mocht er nu onverhoopt toch ijsvorming zijn in de Rotterdamse haven, dan kan het havenbedrijf terugvallen op bedrijven die nog wel schepen hebben om ijs te breken.
Door: ANP